zondag 26 december 2010

De sneeuwwitte wever

Zwanendons,duivendons, dons van de meeuwen:
Zie het eens sneeuwen, eens sneeuwen, eens sneeuwen!
Bove`in de wolken, wat scheren wat leven!
Daar zit de sneeuwwitte wever te weven.
Wild door elkander, in went`lend krioelen,
Werpt hij miljarden witzilveren spoelen....
Wentel maar, kentel maar: schiet snel en raak,
Dat ik in een nacht een meesterwerk maak!

Duizel maar, horizont, draai om uzelven!
ik weef een witte droom, in de gewelven;
Ik weef een bruidssluier, blinkend van sterren:
Hoort ge de bruidegom niet roepen van verre
Achter de ijsbergen: ``haast u getrouwe
drijf nog maar rapper uw dolle getouwen!
Zwanedons, duivedons dons van de meeuwen,
laat het toch sneeuwen, toch sneeuwen, toch sneeuwen!``

Hoe lang de sluier wordt, wie zal het weten?
Mijlen bij mijlen: hij is niet te meten.
Golvend en vlottend inglazende banen,
Vonkend van sterren als lichte bruidstranen,
Vloeit z`aan de gronden, zo schoon en voldragen,
of daar een godskleed om d`aard werd geslagen.
Doodstil de dag door de bogen komt zweven....
Waar is de sneeuwwitte wever gebleven?


Uit: De Windharp``.
Margot Vos

4 opmerkingen: